-
Gieterstraat 45 9451 TE Rolde
-
Gieterstraat 45 9451 TE Rolde
Geelgorzen, vinken en kepen. Dit zijn de soorten die afgelopen winter het meest geteld zijn op verschillende wintervoedselakkers in Drenthe. Agrarische Natuur Drenthe zorgt dat agrariërs onder bepaalde voorwaarden subsidie krijgen om hun grond in te richten als wintervoedselakker. De akkers worden ingezaaid met minimaal 90% granen en aangevuld met andere soorten om als voedsel te dienen voor vogels en andere fauna. De gewassen blijven tot 1 april staan, zodat er de gehele winter voedsel beschikbaar is. Dit heeft een zeer positief effect op het aantal zaadetende zangvogels die in deze gebieden overwinteren.
Vrijwilligers van Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA)tellen de aantallen vogels op de akkers. Henk Jan Ottens van GKA coördineert de tellingen. Er wordt in overleg met de vrijwilligers een selectie van de akkers gemaakt. Vervolgens tellen de vrijwilligers gedurende de gehele winter deze akkers om de twee weken.
Tellingen zijn er deze winter geweest in Valthermond, het Eexterveld, Westdorp, de Broekstreek en bij Zeijen/Peest. Van de laatste zijn de gegevens nog niet verwerkt, maar van eerste vier gebieden zijn ruim 14.000 waarnemingen ingevoerd. Een verzameling van vierenvijftig soorten vogels en drie soorten zoogdieren.
Meer dan 8.000 waarnemingen zijn van geelgorzen, vinken en kepen. Deze soorten zijn vaak in grote groepen te vinden op de wintervoedselakkers. Wel zijn er noemenswaardige verschillen tussen de verschillende gebieden, waarbij wel vermeld moet worden dat in het ene gebied meer veldjes worden geteld dan in het andere. Ook de grootte van de veldjes varieert.
Overige noemenswaardige waarnemingen zijn:
De tellers merken dat er veel verschil onderling is tussen de veldjes. Zo hebben de akkers aan een bosrand meestal meer bezoek van vogels, dan een veld zonder beschutting. Met het ontbreken van een bosrand kan bijvoorbeeld grote braamstruik deze functie deels overnemen. Door hier rekening mee te houden in de inrichting van de percelen kunnen nog meer vogels profiteren. De gewassen die naast het graan worden ingezaaid spelen ook een belangrijke rol. Meestal Is dit een speciaal mengsel voor vogels met soorten als Zonnebloem, Boekweit, Korenbloem en Luzerne. Soms worden ook andere groenbemesters gebruikt, die minder aantrekkelijk zijn. Op deze akkers worden in de regel dan ook minder vogels geteld. In terreinen waar wintervoedselakkers gecombineerd zijn met jaarrond vogelakkers zie je dat deze elkaar versterken. Er is zeker nog winst te behalen door hier rekening mee te houden. De telresultaten laten zien dat de wintervoedselakkers in het algemeen zeer goed gebruikt worden. Met deze methode leveren de deelnemende agrariërs een bijzondere bijdrage aan de vogelstand in het akkerland en de biodiversiteit in het algemeen.