Start van het project: Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen
2 maart was de startbijeenkomst van het project Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen. Akkerbouwers in het Drentsche Aa en Hunze gebied en de Veenkoloniën zaaien akkerranden langs sloten in om de waterkwaliteit te verbeteren. De rand vormt een buffer en vermindert eventuele drift van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater. Daarnaast trekt de rand nuttige insecten aan die plaaginsecten bestrijden. Tijdens de startbijeenkomst gaf Boki Luske van het Louis Bolk instituut een presentatie over de akkerranden en natuurlijke plaagbestrijding. De Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) is vorig jaar al gestart met hetzelfde project.
Studiegroepen
Deelnemers van dit project zitten in een studiegroep om kennis en ervaring met elkaar te delen. De teelt van akkerranden is net als de teelt van aardappels, graan of bieten een vak. Deelnemers houden bij hoe en wanneer ze inzaaien en kunnen in een WhatsAppgroep ervaringen met elkaar delen. In de groep zit ook een adviseur van het Louis Bolk Instituut die heel direct advies kan geven. We organiseren daarbij nog twee veldbijeenkomsten. Zo halen we meer rendement uit randen.
De studiegroepen zullen zich dit jaar focussen op onkruidbeheersing. Afgelopen jaren waren er wisselende resultaten. Bij de ene deelnemer zag de rand er prachtig uit en bij de ander kwam er ook veel onkruid, voornamelijk melde. De deelnemers gaan hun activiteiten bijhouden in een teeltregistratie. Daardoor kunnen we beter de verschillende akkerranden met elkaar vergelijken. Zo krijgen we meer inzicht in het telen van mooie akkerranden. In de komende jaren zullen natuurlijke plaagbestrijding en waterkwaliteit onderwerp van een studiegroep worden. Tijdens de veldbijeenkomsten zullen we daar al wat aandacht aan besteden.
Meerjarig mengsel tegen onkruid
Dit jaar werken we met een nieuw natuurlijk zaaimengsel om minder last te hebben van onkruiden. We gebruiken nu een meerjarig mengsel. In het mengsel zitten meer grassen en inheemse kruiden en zal minder uitbundig bloeien dan de eenjarige mengsels. Het voordeel van een inheems meerjarig mengsel is dat onkruiden minder kans hebben. Veel onkruiden, zoals melde, zijn eenjarig en komen op als de grond omgeploegd is. Door met een meerjarig mengsel te werken zullen dit soort onkruiden (vanaf het tweede jaar) minder kans hebben. In plaats van elk jaar opnieuw inzaaien, maait de deelnemer elk jaar de rand.
De meerjarige akkerranden zullen er heel anders uit zien dan de eenjarige randen. Het eerste jaar zullen niet alle kruiden van het mengsel gaan bloeien. Meerjarige kruiden investeren in het eerste jaar vaak meer in hun wortels en eerste bladeren. Aan het eind van het seizoen of vanaf het tweede seizoen begint de bloei pas. De grassen in het mengsel zorgen ervoor dat de bodem meer bedekt is en onderdrukken daarmee het onkruid. Het mengsel bevat ook graan wat er voor zorgt dat het zaaien makkelijker gaat en er al snel bodembedekking is in het eerste jaar. In de loop van de jaren zal het graan uit de rand verdwijnen omdat het een eenjarige soort is.
Het mengsel bestaat uit de volgende planten:
- Witte Klaver
- Duizendblad
- Gewoon struisgras
- Hard zwenkgras
- Roodzwenkgras
- Smalle weegbree
- Rode klaver
- Gele honingklaver
- Luzerne
- Margriet
- Wilde chicorei
- Zomertarwe
- Zomergerst
- Rolklaver
Het project is onderdeel van het landelijke Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Het project wordt uitgevoerd door: Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen en Agrarische Natuur Drenthe. Het project wordt gefinancierd door Waterschap Hunze & Aa’s en de provincies Groningen en Drenthe.