Overheid moet groei agrarisch natuur- en landschapsbeheer faciliteren
Het streven uit het Landbouwakkoord was 280.000 hectare agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Op dit moment is dat met 100.000 hectare minder dan de helft. De oorzaak ligt in het tekort aan financiële middelen. ‘De overheid moet groei in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer faciliteren.’ Dat zei interim-voorzitter Dirk de Lugt van BoerenNatuur tijdens de ledenavond in Grolloo.
Wat is er aan de hand: Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) is onderdeel van het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Dat is de nationale invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In het ANLb hebben het ministerie van Landbouw en de provincies doelen gesteld. Het bijbehorende budget voor de lopende periode van 6 jaar is echter ontoereikend. Het budget werd namelijk berekend op tarieven van de eerste ANLb-periode die niet waren geïndexeerd.
Wanneer wordt uitgegaan van de doelen van het NSP zoals die zijn afgesproken met de Europese Commissie en de niet geïndexeerde tarieven, dan is er in het NSP ruim 200 miljoen euro te weinig begroot voor de uitvoering van het ANLb. Eind oktober ontving BoerenNatuur bericht dat het budget -als eerste stap- alsnog met 100 miljoen euro zou worden aangevuld. Dit zal echter via de LNV begroting van 2024 gaan lopen. Dat blijkt in de praktijk lastig te zijn, waardoor LNV en de provincies ondertussen naarstig op zoek zijn naar het versneld vinden van dekking. Onduidelijk is ook nog, gaf De Lugt aan, hoe zal worden omgegaan met het resterende tekort van 100 miljoen euro dat er nu nog is. Eerder was er bij onvoldoende dekking sprake van het afschalen van de doelen van het ANLb in het NSP. Maar, zegt De Lugt dat druist in tegen die beleidsdoelen. Die gingen juist uit van een uitbreiding van het ANLb.
Belangrijker dan dat noemt hij het feit dat afschalen afbreuk doet aan de motivatie van en het vertrouwen in alle betrokken partijen. De circa 11.000 leden van BoerenNatuur in het bijzonder. ‘Zonder hen is er geen ANLb. Zo simpel is het’, zegt De Lugt. ‘Onze 40 agrarische collectieven hebben inmiddels langjarige afspraken gemaakt met hun deelnemers, op basis van de gemaakte afspraken en toezeggingen over het beschikbare budget. Het eerste jaar beheer is al bijna uitgevoerd. Dat verdient een vervolg, tegen een reële vergoeding.’
Onzeker jaar
Tijdens zijn inleiding bij AND hekelde De Lugt de stand-still waarin Nederland door de stikstofperikelen en de val van het kabinet zit. Er is tijdens de kabinetsperiode veel gepraat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Voor de collectieven ziet De Lugt daarbij een duidelijke rol weggelegd bij de gebiedsgerichte processen, die ook maar niet op gang komen. De Lugt: ‘We staan voor de uitdaging om meer natuur te implementeren in het landbouwbeleid. De kunst is dat we de transitie in samenhang brengen en daar regie op voeren.’
Voor het NPLG reserveerde de overheid 24,3 miljard euro. Provincies konden daar via hun Provinciaal Programma Landelijk Gebied een beroep op doen. De optelsom van die aanvragen komt uit op 59 miljard euro. ‘Willen provincies voldoen aan de doelen uit het NPLG voor bodem, water, biodiversiteit en klimaat dan is minimaal dat bedrag nodig’, schetste De Lugt voor de aanwezigen. Hoe dit verder wordt opgepakt, is ook nog onduidelijk. ‘Komend jaar blijft er een van onzekerheid. Zolang provinciaal beleid mist, wordt u geblokkeerd in de bedrijfsvoering.’
De afgelopen zittingsperiode met twee departementen op één ministerie – een voor landbouw en een voor natuur en stikstof- heeft De Lugt ervaren als contra-productief. ‘Die combinatie heeft niet gewerkt’, zegt De Lugt. Van de overheid wordt best veel gevraagd, vervolgde de interim-voorzitter van BoerenNatuur, maar in het ambtenarenapparaat zijn telkens zoveel wisselingen, dat het maar de vraag is of dat de transitie naar een meer natuur inclusieve landbouw verder helpt. ‘BoerenNatuur besteedt veel tijd en aandacht aan het onder aandacht brengen van het werk van de collectieven. Want met elke wisseling ebt er ook veel kennis weg’, aldus De Lugt.
Groene verdienmodellen
Samen met LTO Nederland, de jongerenorganisatie NAJK, Natuurmonumenten en Landschappen NL onderzoekt BoerenNatuur hoe voor grondbezitters en –gebruikers in meer natuur een verdienmodel kan zitten. De uitkomst van het onderzoek wordt begin 2024 ingebracht als aanbeveling bij de kabinetsformatie. In het onderzoek worden studies betrokken die afgelopen jaren zijn uitgevoerd naar de economische kant van een meer natuur inclusieve landbouw.
‘Die studies brengen we bij elkaar. En samen met marktpartijen kijken we hoe we die in elkaar kunnen vlechten zodat boeren de beweging kunnen maken naar een meer natuur inclusieve landbouw’, aldus De Lugt. Bij ‘groene verdienmodellen’ wordt dan bijvoorbeeld gedacht aan een meerprijs die de consument betaald, een vergoeding voor ecosystemen, korting op de pacht of de waterschapslasten of gunstige voorwaarden bij de bank.
In de toekomst gaat de consument sowieso betalen voor CO2. In het Klimaatakkoord (een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen) dat in 2015 in Parijs werd gesloten, zijn duidelijke doelen vastgesteld. Van 2024 hebben bedrijven rapportageplicht over hun CO2-uitstoot. Het is een eerste stap om de CO2-uitstoot te verlagen. Via de prijs van producten gaan consumenten meebetalen aan de inspanningen die daarvoor moeten worden geleverd. ‘De markt, vervolgt de interim-voorzitter, ‘is er nog niet klaar voor, maar die kant gaat het wel op.’
Beeld: Herbert Sturing Fotografie