Introductie

Een hoogstamboomgaard is een boomgaard of boomweide met fruitrassen en/of notenbomen. In Drenthe komen hoogstamboomgaarden voor, veelal als onderdeel van het Boerenerf maar ook op landbouwgrond.

Hoogstamfruitboomgaarden zijn niet alleen landschappelijk van grote waarde, maar hebben vaak ook grote ecologische waarde door het voorkomen van in holten broedende vogels als steenuil. Daarnaast zijn ze ook van belang als broedgebied voor soorten als gekraagde roodstaart en diverse soorten spechten. Van oudsher voelt de steenuil zich thuis in oude hoogstamboomgaarden door het voorkomen van nestholtes. Als deze er (nog) niet zijn kunt u een steenuilenkast ophangen om geschikte nestgelegenheid voor deze soort te creëren. Een belangrijk onderdeel van de boomgaard is de onderbegroeiing. Een kruidenrijke vegetatie zorgt voor insecten waar diverse vogels op afkomen. Bij beweiding ontstaat een wat pollige structuur in het grasland waar muizen zich thuis voelen: een belangrijk onderdeel van het steenuilen menu. Ook trekken de aanwezige mest kevers en andere insecten aan waar de steenuil van profiteert.

Beheereisen

·        Jaarlijks is 25%  - 75% gekapt, geknot, gesnoeid of gedund.

·        Snoei- en maaiafval is verwijderd;

Beheervoorschriften

Aanvullend

·        De boomgaard bevat minimaal 10 fruit- en/of notenbomen en heeft een dichtheid van minimaal

·        75 tot maximaal 150 fruitbomen per hectare;

·        De stam van de fruitboom is minimaal 1,5 meter hoog;

·        De onderbegroeiing bestaat uit een grazige vegetatie (geen gazon);

·        Als in de boomgaard of in de directe omgeving daarvan (< 100 meter) nog geen geschikte

nestgelegenheid voor de steenuil voorhanden is (holtes), is de plaatsing van een steenuilenkast

door de deelnemer verplicht. VALA kan (via de steenuilen werkgroep) adviseren in de aanschaf en plaatsing;

Snoeiwerkzaamheden

·        Snoei de appel- of perenbomen ten minste eenmaal per 2 jaar. Voor andere soorten geldt alleen

vorm- of onderhoudssnoei indien nodig;

·        Snoeiwerkzaamheden vinden alleen plaats in de periode tussen 15 juli en 15 maart;

·        Verwijder snoei- en maaiafval uit het element. Als u het snoeiafval versnippert, voert u de

snippers af;

Bemesten, beweiden, maaien en andere bewerken

·        Beweid of maai de boomgaard jaarlijks onderbegroeiing na 1 juni waarbij u het maaisel afvoert. Het heeft de voorkeur bij iedere maaibeurt een deel van de vegetatie te laten staan;

·        Schade door vee of maaiwerkzaamheden is niet toegestaan. Bij begrazing of beweiding voorziet u de bomen van een boomkorf of raster;

·        Het is niet toegestaan het raster aan de boom te bevestigen;

·        Bemesting met ruige mest of bekalking is toegestaan, mits deze is aangepast aan de ontwikkeling

van een kruidenrijke vegetatie. U draagt daarbij zorg dat u de fruitbomen en wortels niet

beschadigt;

·        Chemische onkruidbeheersing is niet toegestaan, m.u.v. pleksgewijze bestrijding (alleen

toegestaan met rugspuit) van haarden van akkerdistel, ridderzuring en Jakobskruiskruid met een

rugspuit op maximaal 10% van de beheereenheid;

·        Branden is niet toegestaan in of in de directe omgeving van het element;

Pakketvarianten en tarieven