Introductie

Afhankelijk van hun breedte, diepte en profiel kunnen sloten van belang zijn voor soorten als krabbenscheer, fonteinkruid, zwanenbloem, grote modderkruiper en bittervoorn. Naast de minimumeisen die het Waterschap stelt aan het onderhoud van sloten (de Keur) kan zorgvuldig en gefaseerd beheer van de sloot de ecologische waarde ervan versterken.

Ten behoeve van de flora en fauna in de sloot blijft ieder jaar een deel van de vegetatie in de sloot staan, het is dus niet aan te raden om iedere sloot in het gebied volledig te schonen.

Baggerspuiten is bedoeld om delen van de sloot op diepte te houden. In dit beheerpakket moet dat met de baggerpomp, niet met de maaikorf, omdat dan de bodemvegetatie te veel beschadigd wordt.

Beheereisen

• Jaarlijks is 25%  - 75% geschoond/gemaaid;
• Snoei- en maaiafval is verwijderd;

Beheervoorschriften

Aanvullend

• Er vindt bij voorkeur een koppeling plaats tussen de beheereenheid en een kruidenrijke akker/grasland rand van 3 (6, 9 tot 12 bij Dooradering) meter breed;

Maaien en andere bewerken

• Sloten worden gefaseerd geschoond, bij voorkeur ‘om en om happend’. Dat betekent dat de hele breedte van de sloot vanaf 1 kant om en om voor een deel geschoond wordt;
• Bij het slootschonen wordt gebruik gemaakt van een maaikorf of een eco-reiniger. Andere slootreinigingsapparatuur kan ook gebruikt worden mits het bodemprofiel, inclusief de wortels van waterplanten in de sloot, niet beschadigd wordt;
• Het is van belang dat een deel van de slootvegetatie blijft staan. Dat betekent globaal dat sloten gedurende 4 jaar met de korf geschoond worden boven de bodem en vanaf één kant;
• Een smalle sloot wordt het 5e  jaar dieper geschoond met de maaikorf, inclusief bagger; een brede sloot kan in het vijfde jaar uitgediept worden met de baggerpomp;
• Het slootvuil wordt boven de insteek neergelegd. Dit biedt slootdieren de gelegenheid terug te kruipen in de sloot. Na een paar dagen wordt het afgevoerd om te voorkomen dat er andere dieren (insecten, kleine zoogdieren, e.a.) inkruipen en tegen verruiging;
• Eventueel wordt het slootmaaisel verwerkt in het naastgelegen perceel d.m.v. de wallenvrees. (Doe dit binnen enkele dagen, anders worden dieren die in het slootvuil zijn gekropen gedood);
• Slootvuil niet neerleggen in onbesmette randen, zoals de verplichte bufferstroken of randenbeheer langs sloten;
• De oever en sloot worden niet bemest, er wordt geen mest gedumpt en er wordt niet gebrand.
• De meest geschikte periode van slootschonen is tussen 1 september en 1 november, met eventuele uitloop t/m 30 november.

Meldingen

• Meld uw onderhoud binnen 7 kalenderdagen na uitvoeringsdatum via mijnboerennatuur. U kunt ook contact opnemen met een van de medewerkers.

Pakketvarianten