Mijn BoerenNatuur

Nieuws

Interview: Erik Huizing over zijn akkerranden

Interview: Erik Huizing over zijn akkerranden

Erik Huizing heeft een akkerbouwbedrijf in Buinen. Op zijn bedrijf van 170 ha verbouwt hij voornamelijk zetmeelaardappelen (100ha). Daarnaast verbouwt hij nog suikerbieten, een beetje graan en heeft hij land verhuurd voor graszoden.

De aardappeloogst is bezig, maar hij heeft wel even tijd om over de akkerranden te praten. Huizing doet al 5 jaar mee met agrarisch natuurbeheer. Hij is begonnen met meerjarige akkerranden en wintervoedselvelden voor akkervogels. In 2019 kwamen daar een aantal bufferranden bij van 3 meter breed ter verbetering van de waterkwaliteit. Sinds 2020 liggen langs alle watervoerende sloten een akkerrand van 3 meter breed, in totaal 8 á 10 km akkerranden. ‘Het is een geruststellende gedachte dat de akkerrand er ligt, zo is de kans nog kleiner dat er iets in de sloot terecht komt.’ Aldus Huizing.

Huizing is begonnen met bufferranden om te voldoen aan de regelgeving (driftreductie eisen). ‘Elk jaar veranderen de eisen aan spuitmachines en de regels van de teeltvrijezone, met de akkerranden hoef ik me daar niet druk om te maken. Ik zit dan sowieso goed.’ Huizing ziet ook andere positieve effecten. Hij ziet meer wild, zoals reeën, hazen en patrijzen. En hoeft met de trekker niet meer zo dicht op de slootkant.

Studiegroep

Samen met andere akkerbouwers uit zijn omgeving zit Huizing in een studiegroep over akkerranden. ‘Leuk om met zijn allen akkerranden te bespreken en van elkaar te leren’. Zijn ervaring is dat het nog niet zo makkelijk is om een mooi bloeiende akkerrand te realiseren. Vooral in het eerste jaar komen er veel onkruiden op. De akkerrand is in het tweede en derde jaar het mooist, dan bloeien de meeste kruiden. Daarna groeit er erg veel gras en verdwijnen de kruiden.

Tijdens de veldbijeenkomst van de studiegroep is onder andere besproken om randen waarin het eerste jaar veel onkruid is opgekomen, te maaien in plaats van opnieuw inzaaien. In een van de akkerranden van Huizing was veel onkruid, voornamelijk melde, opgekomen. Hij heeft de akkerrand op 20 cm hoogte geklepeld, zodat kruiden uit het zaadmengsel meer licht krijgen en kunnen gaan groeien. ‘Als de kruiden nu goed opkomen, hoef ik niet opnieuw in te zaaien en dat scheelt een hoop onkruid.’ De rand ziet er dan veel mooier uit, en de functie voor natuurlijke plaagbestrijding komt beter tot zijn recht. In de geklepelde rand groeit al wat smalle weegbree, klaversoorten en kleine zaailingen van andere kruiden.

Toekomst van akkerranden

Er zit toekomst in de akkerranden maar ze moeten wel economisch rendabel blijven, vindt Huizing. Als hij er geen vergoeding voor zou krijgen dan zou hij waarschijnlijk niet meedoen. Hij vergelijkt het met de aanschaf van zonnepanelen (hij heeft ze ook op zijn schuur liggen), die koopt niemand als ze niet rendabel zijn. Het land is de plek waar het geld verdiend moet worden. Het is voor ieder persoonlijk een overweging of het uit kan. Daarbij wegen niet alleen economische redenen mee. De akkerranden worden maatschappelijk erg gewaardeerd. Langs een akkerrand van Huizing ligt een fietsroute, als de rand bloeit blijven veel mensen even staan kijken. En dat je meer wild ziet is natuurlijk ook erg mooi.